De Lijn is tevreden dat het Spartacusproject in een laatste rechte lijn zit. “De tram is vertrokken”, vertelt woordvoerster Sonja Loos tijdens de voorstelling van de eindhalte in Maastricht. Alleen, er bestaat intussen ook nog ergens een politiek akkoord over een gewijzigd tramtracé en een andere eindhalte in Hasselt. En eigenlijk – of beter, eindelijk, zes weken na de bekendmaking daarvan – wil De Lijn heel graag weten wat daar precies in staat.
“Wij zijn natuurlijk blij dat alle neuzen in dezelfde richting staan”, aldus de woordvoerster van de vervoersmaatschappij. “Het is nu wel duidelijk dat de tram er écht gaat komen. Iedereen heeft daar al positieve uitspraak over gedaan. Het is wel nog nodig om te overleggen, en dat zal ook op korte termijn gebeuren om nog een aantal dingen op elkaar af te stemmen.”
‘Een aantal dingen’, daarmee bedoelt De Lijn eigenlijk de oplossing die de Vlaamse regeringspartijen anderhalve maand geleden uit het niets tevoorschijn toverden: een gewijzigd tracé in het centrum van Hasselt en een eindhalte die niet voor de deur van het station ligt.
“Daar is een politiek akkoord over”, reageert omgevingscoördinator Paul Smeets. Binnen De Lijn wordt hij gezien als ‘de man die alles weet over Spartacus’. “Wij kennen de precieze inhoud van dat akkoord nog niet. We hopen zo snel mogelijk met de betrokken partijen en de nieuwe minister rond de tafel te kunnen om de exacte inhoud daarvan te kennen. Tot nu toe is er nog niet gezegd dat die tram niet tot aan het station zou komen. Het is te vroeg om dat te zeggen.”
De Lijn gaat daarom voorlopig nog altijd uit van het oorspronkelijke knooppuntenmodel waarop Spartacus gebaseerd is, zo blijkt. De vooropgestelde datum van de eerste rit in 2024 blijft daarbij ook liefst overeind. De stad Maastricht heeft over de realisatiefase van Spartacus trouwens dezelfde verwachtingen. (link naar artikel over Maastricht)
“Behalve een politiek akkoord is er ook een overeenkomst tussen de Vlaamse overheid, de stad Maastricht, de provincie Nederlands Limburg en De Lijn”, is het enige dat Paul Smeets daar verder nog over kwijt wil als we aandringen. “Daar, in die groep van die vier partijen die met elkaar een overeenkomst hebben, zal bestudeerd worden wat het Vlaamse politieke akkoord is om te zien hoe dat verder verloopt.”
“In de overeenkomst zoals ze nu voorligt, is het de bedoeling dat in 2024 de eerste tram gaat rijden”, herhaalt Smeets als we vragen wanneer hij denkt dat er dan duidelijkheid komt over dat tijdstip van die eerste rit. “De kandidatuurstelling voor de aannemersgroepen die dit soort dingen kunnen bouwen en dit soort voertuigen kunnen produceren, die loopt op dit ogenblik. Dat neemt ook een hele tijd in beslag. Maar het schema is nog steeds dat we in 2024 kunnen rijden.”
Een nieuwe hobbel in het tracé?
Klopt het dat De Lijn de details van dat akkoord nog niet kent? Wie heeft het laatste woord over de eindhalte in Hasselt: De Lijn, Vlaanderen of Stad Hasselt? Kan met andere woorden het gewenste boulevardtracé in Hasselt toch nog in de prullenmand belanden? Kan de tram uiteindelijk toch nog voor de deur van het station van Hasselt eindigen, zoals oorspronkelijk voorzien? En tenslotte: moet de Maastrichtse wethouder vrezen voor een nieuwe vertraging? Die vragen legden we voor aan enerzijds de drie Limburgse kopstukken die als Vlaamse parlementsleden betrokken waren bij het politieke akkoord en anderzijds aan de nieuwe Vlaamse minister van Mobiliteit, Lydia Peeters.
Burgemeester Steven Vandeput (N-VA) van Hasselt wil niet reageren op “uitlatingen van personeel van de Lijn”. “Feit is dat er een politiek akkoord is, dat heeft ook in de kranten gestaan, en dat het de taak is van een overheidsbedrijf om politieke beslissingen om te zetten in acties op het terrein”, antwoordt hij.
Lode Ceyssens, voor CD&V nauw betrokken bij het politieke akkoord, reageert even kort. “De bevoegde minister Lydia Peeters zal de betrokken partijen rond de tafel brengen.” Hij wil geen uitspraken doen over de andere vragen die we stelden.
Marino Keulen (Open VLD), burgemeester van Lanaken, is veel spraakzamer tijdens zijn reactie. “Het gesloten akkoord is zeker geen geheim akkoord en alle betrokken actoren zijn op de hoogte van dit akkoord. Dat draait bovendien vooral om het voornemen van de drie meerderheidspartijen om de sneltram tussen Hasselt en Maastricht te realiseren en rekening te houden met de vraag van de stad Hasselt om niet door de Heilig-Hartwijk te gaan.”
Op de andere vragen antwoordt Marino Keulen het volgende: “De partners voor de realisatie van Spartacus (o.a. AWV en De Lijn) zijn druk bezig met de uitvoering van het project en voor het tracé in de Hasseltse binnenstad bekijken (ze) hoe dit gerealiseerd kan worden. De Vlaamse Regering bepaalt in samenspraak met AWV en De Lijn de haltes.” Tenslotte stelt hij de wethouder van Maastricht gerust: “Een gegeven woord is een gegeven woord en zonder oponthoud wordt verder gewerkt aan het project. Van vertraging is dus geen sprake.”
Op het ogenblik van de publicatie van dit stuk had Vlaams minister Lydia Peeters nog niet rechtstreeks geantwoord op onze vragen. In een nieuwsitem bij TVL, dat werd uitgezonden op 6 november – de dag vóór de haltevoorstelling in Maastricht – had de nieuwe minister wel al verteld “dat ze intussen al gecontacteerd was door de Nederlandse collega’s, door de burgemeester en schepenen van Hasselt en door de mensen van De Lijn voor overleg en om de laatste knopen door te hakken.”
Het nieuwe tracé in Hasselt dat in het politieke akkoord wordt “voorgesteld”, vindt ze aannemelijker dan het originele, alleen moet De Lijn hiervan nog overtuigd worden. Dat antwoordt ze in een interview in de recente zaterdageditie van HBVL. Tegelijk hoopt de minister in hetzelfde interview dat de procedures daarvoor “niet voor tijdverlies zullen zorgen” en dat zij de minister wordt “die de schup in de grond zal steken”. (ds)
LEES OOK:
- Op naar de tram in 2024! – Spartacus-stemmen uit Maastricht
- Heel Limburg op tijd laten rijden
[…] Een politiek akkoord uitvoeren […]